Haiku’s september
zwaar van oranje bessen –
vogels veren op.
Schurende treinrails,
zonlicht strijkt over het IJ –
rustpunt op de pont.
Een carillon speelt,
zonlicht danst op de Amstel –
Indian summer.
zwanen doorploegen de lucht –
riethalmen dansen.
projectie van bladeren –
op de kamermuur.
Rustieke vijver,
spinrag strijkt langs mijn benen –
bedauwd gras licht op.
Een verlaten nest
in een omgezaagde berk –
het werk zit erop.
Haiku’s oktober
Bleke zon klimt op,
strijkt ver over de velden –
verlicht zacht het riet.
standbeeld aan de waterkant –
strekt de grijze nek.
Buiten grauw en nat,
drie kleuters spelen binnen –
boetseren de zon.
Licht bedauwd helmgras,
zachtjes wiegend op de wind –
spiegelt het zonlicht.
Ontwakende stad,
nog gehuld in nevelen –
blauw verdrijft het grijs.
Haiku’s november
ijlt over ’t nevelig veld.
Mama waar ben je?
Dit gedicht heb ik ingezonden voor de najaarskukai (haikuwedstrijd najaar 2019) met als thema ‘mist, nevel’. Als een van de geselecteerde haiku’s is het gepubliceerd in Vuursteen, lente 2020. Vuursteen is een kwartaaltijdschrift voor gedichten in Japanse versvormen, uitgegeven door het Haiku-centrum Vlaanderen en de Haiku Kring Nederland.
Vergeeld blad dwarrelt,
deint dansend naar de aarde –
rust zacht op de grond.
Zon breekt door de mist,
glinsterende riethalmen –
dansen in het licht.